Vergeet Falken Maar
2 januari 2010 door Gerrit de Heus
Geplaatst in Eerbetoon aan Arve Almerud
Ter herinnering aan Arve (Araber’n) Almerud
Door Geir Sundet (vertaald vanuit het Noors door Wim Varenkamp)
In de tweede nacht van 1999 overleed Arve “de arabier” Almerud.
De bevestiging dat onze vriend en diep gerespecteerde internationaal transportcollega ons had verlaten na een infarct, deed een schokgolf door het chauffeursmilieu gaan.
Voor iedereen die het genoegen had gehad Arve te ontmoeten, samen met hem reed, zijn verhalen hoorde, andermans verhalen hoorde over hem, leidde deze melding tot groot verdriet.
Arve was weliswaar een van de grootste persoonlijkheden op de weg, een natuurlijke autoriteit, maar ook een goede kameraad die de tijd nam een onervaren chauffeur te helpen en op die manier won hij veel chauffeurs harten.
Hij had heel veel ervaring, was een van de veteranen van de Bandar Abbas, maar het zijn misschien vooral al zijn leuke invallen/ideeën waar ik aan terug zal denken. Ideeën waar rechtvaardigheidsgevoel en volkse humor trefwoorden waren en die vaak konden vertellen waar Arve thuishoorde en zijn hart had.
We zullen ‘de arabier’ altijd herinneren met grote vreugd.
Om zijn mondelinge uitdrukkingen op te schrijven, die vaak geniaal waren, is onmogelijk. Het wordt hoe dan ook slechts een bleke schaduw van de werkelijkheid, maar het verhaal zoals ik me herinner dat hij toen vertelde, was in elk geval ongeveer zo:
We belden ’s avonds vanaf het benzinestation in Odda. In die tijd had nog niemand van een mobiele telefoon gehoord. Postduiven lagen nog steeds op de tekentafel.
“Je moet morgen op tijd in Larvik zijn,”zei mijn chef. “Ik heb lading voor je, en we moeten jouw auto gebruiken.””Ja dat is okee,”zei ik, “maar de sneeuw komt hier in emmers naar beneden, het lijkt erop alsof er daarboven iemand het naar beneden staat te scheppen met een spade. Ik zal een poging doen, maar ik kan zeker niet garanderen dat we daar komen!”
“Maar je Moet hier zijn Arve, ik heb geen andere auto’s.”
“Nee, maar zoals het hier nu sneeuwt, kan ik zelfs niet garanderen dat de weg over Haukeli open wordt gehouden.”
“Arve, het heeft geen zin daarover te discussiëren. Je zult hier morgen op tijd staan, dat is een order,”zei de dwaas en toen hing hij op.
Met zijn hele houding vertelde Arve dat als de chef zich zo dwaas gedroeg tegen hardwerkende chauffeurs, men dit niet te ernstig moest nemen. En in plaats van zich te laten breken, was het buitengewoon grappig.
Kettingen? Wij hadden enkele stukken over, nadat we wielspin hadden gehad op een weg naar Bergen. Maar we waren nu op weg, reden in elk geval een stuk om te zien hoever we kwamen. Ik werd gevolgd door een kameraad in een andere auto. De helling op vanaf Odda sleepte ik hem, hij sleepte mij, we wisselden kettingen, en toen we niet verder kwamen legden we een baksteen op het gaspedaal en bonden het stuur vast met een riem en liepen naast de auto’s en gooiden losse kettingen onder de wielen, de taaie oude Scania 110 torpedo ging op een zo laag mogelijk toerental zodat we voorbij konden lopen en vooraan in de grill konden we zien dat de radiatorventilator nauwelijks ronddraaide. Men kon de omwentelingen van de ventilator tellen.
Oooouuuuiiiittchh, oooouuuitchhhh.
Ik denk dat Arve trainde om net zulke geluiden te maken, zoals bijvoorbeeld de radiatorventilator, als hij achter het stuur dagdroomde.
Toen sneeuwde het zo, dat toen we in de auto zaten, we niet eens onze eigen ruitenwissers konden zien. We hoorden ze slechts, schvisch schvisch.
Zo gingen we verder die avond, tot we geen fut meer hadden.
Later die namiddag de volgende dag, zaten we te ontbijten bij een café in Telemark. We hadden een goede nachtrust gehad, de auto’s stonden stationair draaiend op de parkeerplaats en ik belde naar het transportbedrijf.
“Jij,”zei ik, “zijn we lid van Falken?
“Waarvoor vraag je daarnaar?” zei hij.
“Antwoord op mij vraag. Zijn wij lid van Falken?”
“WAAROM VRAAG JE DAARNAAR??,”schreeuwde hij, “je weet dat we lid zijn van Falken.”
“ja, die spullen van Falken kun je wel vergeten,”zei ik tegen hem,”die zijn totaal onbruikbaar. Die jongen van Falken die hier nu is heeft slechts 50 meter draad op de lier en mijn auto ligt 100 meter lager in het bergpuin, dus dat lidmaatschap kun je wel opzeggen.”
En ik zal zeggen dat het heel lang stil bleef aan de andere kant.
Later op de avond rolden we het terrein van het transportbedrijf op, en we hoorden geen slecht woord over dat we te laat waren. Toen niet en later ook niet.
Bedankt voor de vele fijne uren en verhalen “arabier”.
Je komt nooit te laat, je vertrok slechts veel te vroeg.
Knut op 27 januari 2010 11:55 pm
Thanks to Gerrit… everyone who has participate to Arves life in Sties, can agree that we miss him…… much… and also Odd Ragnar……